Ik lees het: “Wat wij als stilte ervaren, is in feite een hele hoge geluidstrilling.” Professor I.K. Taimini beschrijft het in een van zijn boeken. De Stilte is dus hoorbaar. Het is een geluidsfrequentie en wij noemen het Stilte. Maar het is een vibratie. Een toonhoogte.
Als ik dit lees, vallen er ineens heel veel stukjes van de puzzel op z’n plaats. Maar daarover later meer.
De eerste keer dat ik bewust met de ervaarbare – waarneembare Stilte in contact kwam, was tijdens een intense meditatie. De Stilte is daarna gebleven. Ik hoef er maar naar te luisteren en ik ben er weer, in de Stilte. Alsof het altijd in me is en om me heen. En ik er steeds bij kan. Ik hoef er maar met m’n oren naar te reiken en het is er.
Soms tref ik ergens een Stilte aan die nog groter is. Zoals die keer in de binnentuin van een klooster ergens in Spanje. Ik deed de deur open, stapte de tuin in en Stilte met een grote S viel bijna tastbaar en zeker waarneembaar over me heen.
Of die keer op Bali, in die Hindoetempel, net nadat het gebed beëindigd was en de Hindoepriester alweer op z’n mobieltje aan het bellen was, daar was die Stilte weer die op onze schouders drukte en onze spieren ontspanden, ons hoofd tot rust bracht en ons kalm stemde. Ik was niet de enige die hem hoorde en voelde.
Ook nu terwijl ik schrijf, voel ik de Stilte. Ik voel hem niet alleen, ik hoor hem ook. Die hele hoge geluidstrilling waar Taimini het over heeft. Alles is trilling.
Ook als ik yoga doe, of mijn Genezend Ademmeditaties, dan hoor ik de Stilte weer wat sterker. Laatst vertelde ik een collega over de Stilte die hoorbaar werd tijdens die eerste keer dat ik er bewust mee in contact kwam en dat die Stilte dan soort van uit me stroomde en dat als iemand de kamer binnenkwam, die Stilte opmerkte en er wat over zei: zo van, wat is de Stilte hier nu groot. Hij zei: dat is nog steeds zo. Zelf ben ik inmiddels zo gewend aan de Stilte dat hij me niet altijd meer opvalt. Vaak laat ik hem z’n werk doen tijdens de ontmoetingen die ik heb. Ik hou van de Stilte en ik hou ervan om hem te laten vallen. Even een Stilte laten vallen, lang genoeg of net wat langer om hem te benadrukken.
Begin januari was ik in een Stilte-weekend. Drie dagen in Stilte doorbrengen. De eerste paar uur zijn er nog mijn gedachten en gevoelens die er doorheen kletsen. Ik adem ze uit en laat ze los en dan is er de Stilte die zo groot werd dat ze aanraakbaar was. Die hele hoge geluidstrilling. Alles is trilling. Vibratie. Elk stuk materie is trilling, ook mijn lichaam, mijn bloed en ook de energie die erdoorheen stroomt is trilling. Mijn emoties en gedachten zijn trillingen, mijn beenderen zijn trillingen, de glans die uit mijn ogen straalt is trilling. Voordat trilling volspectrum licht werd was het geluid. Eerst Geluid en dan Licht.
Tijdens dat Stilte-weekend begin dit jaar, hoorden we allemaal de Stilte. En ze loste van alles in mij op, ze maakte schoon en ik liet los wat niet bij me hoorde. Ik was meer mijn kern in die Stilte. Als het gekakel van de wervelingen van het denken ophoudt, dan komt het Ziende thuis in zichzelf. Het Ziende dat ben ik vanuit mijn perspectief. Iedereen heeft het Ziende in zich. Het Ziende is Stil als het in zichzelf thuiskomt. De Stilte als hele hoge geluidstrilling.
In het begin was het geluid. En het geluid was bij God. En het geluid was God. Dit was in den beginne bij God. Geluidswetenschappers leggen deze connectie vaak. Als ik lees over geluid, wordt het begin van het evangelie van Johannes erbij gehaald. Het woord staat voor geluid.
Zo zou je kunnen zeggen dat het horen van de Stilte je verbindt met de Oorsprong, nl. het Geluid, de Oervibratie die er altijd is en er altijd zal zijn. Een eeuwige vibratie die alles doordringt en verleden en heden en toekomst laat samen komen in het NU. Ik hoor de Stilte NU.